Baanstatus

Status Opmerkingen
Baan
Qualifying
Handicarts Minimaal 15 meter afstand houden van waterkanten!
Trolleys Op hole 9 linkerzijde fairway aanhouden!
Zomergreens
Drivingrange
- Van 1 maart t/m 1 april tot 09:00u draagtassen verplicht, na 09:00u zie baanstatus.
- Plaatsen toegestaan.
- Pitchmarks herstellen!
Geldig op: 28-03-2024

Agenda

Baanreglement

Baanreglement Keppelse Golfclub

1. Toepasselijkheid
  • Dit reglement is bestemd voor iedereen die op het golfcomplex van de Keppelse Golfclub (hierna te noemen: golfbaan) speelt of gebruikmaakt van de andere faciliteiten.
  • Elke speler neemt kennis van dit baanreglement en kent de golfregels zoals vastgesteld door de R&A en NGF. Bovendien bekijkt hij of zij ook de plaatselijke en algemene golfregels (ze staan op de scorekaart) en tijdelijke plaatselijke regels (te vinden op het mededelingenbord bij de ingang). Tijdens het spel of het oefenen houdt de speler zich aan deze regels.
  • Wie de regels in dit baanreglement of de ‘plaatselijke regels’ niet nakomt, riskeert (tijdelijke) uitsluiting van het spelen.
2. Gedrag in de baan
  • Hoffelijk en sportief gedrag is vanzelfsprekend. De speler onthoudt zich van elk gedrag of elke uiting die medespeler(s), tegenstander(s), baanpersoneel en wandelaars/fietsers als hinderlijk kunnen ervaren. Hij of zij hanteert de etiquette zoals deze bij de golfsport is vastgelegd.
  • Een speler is op de hoogte en gedraagt zich naar de regels zoals deze in het boekje “Spelerseditie van de Golfregels” van de NGF staan. Ook houdt de speler zich aan (tijdelijke) local rules die op de scorekaart staan. Tijdelijke local rules staan op het mededelingenbord buiten bij de ingang en op de website onder Plaatselijke regels.
  • Het gebruik van een mobiele telefoon is verboden, want dat is hinderlijk voor andere bezoekers van de baan. Een uitzondering is er voor noodgevallen.
  • Afval en/of andere voorwerpen laat niemand achter, behalve in de afvalbakken.
  • Eten of drinken van zelf meegebrachte etenswaren in het clubhuis of op het terras mag niet.
  • Drank en/of etenswaren verstrekken tijdens wedstrijden mag eveneens niet, tenzij deze afkomstig zijn van De Heeren of dat De Heeren hiervoor toestemming hebben verleend.
  • Op de hele golfbaan geldt een rookverbod.
3. Kledingvoorschrift
  • Golfkleding, nette jeans, bermuda’s en golfrok zijn toegestaan.
4. Gebruik van handicart, buggy, monobuggy en trolley
  • Het gebruik van de buggy/handicart is op eigen risico.
  • De golfbaan kan met het oog op bescherming van de baan het gebruik van handicarts, buggy’s, monobuggy’s en trolleys voor de hele baan of gedeelten daarvan verbieden. Dit staat op de website en op het scherm bij de receptie.
  • Een speler mag nooit over greens, foregreens, aprons en tees of tussen de hindernissen en de greens rijden. Een speler rijdt met een buggy, handicart of monobuggy zo veel mogelijk op de daarvoor bestemde paden. Vermijd natte plekken door buiten de paarse palen te rijden.
  • Buggy’s, handicarts, golfdraagtassen en trolleys staan ruim buiten de afslagplaatsen en greens. Ze staan zodanig dat ze op weg naar de volgende hole meteen kunnen worden meegenomen, zonder dat de speler voor de green langs hoeft te lopen en daardoor achteropkomende spelers kan hinderen.
5. Startregeling
  • Als een starttijd is gereserveerd is de flight uiterlijk 5 minuten voor die starttijd op de tee aanwezig.
  • Bij verhindering annuleert de speler de gereserveerde starttijd meteen. Het bestuur kan een sanctie toepassen wanneer een golfer bij herhaling niet verschijnt op een gereserveerde starttijd zonder acceptabele redenen.
  • Het spelen van een partij met meer dan drie personen kan alleen met instemming van de clubmanager en alleen bij een aanvraag vooraf bij het secretariaat.
6. Zorg voor de baan

6.1 Afslagplaatsen

  • Leden dragen een geldig clublabel zichtbaar aan hun tas. Vraag bij verlies een nieuw label aan bij het secretariaat. Greenfeespelers dragen de greenfeekaart zichtbaar aan hun tas.
  • Betreed een afslagplaats via de aangegeven weg.
  • Het maken van een oefenswing op de tee mag, maar dan zonder het gras met het clubhoofd te raken.
  • Leg uitgeslagen plaggen terug en trap ze stevig aan. Leg een plag naast de afslagplaats als die plag, bijvoorbeeld door droogte, na het terugleggen los blijft liggen.
  • Gebruik van drivingrangeballen op een andere plek dan op de drivingrange en oefengreens is niet toegestaan.

6.2 Fairways

  • Maak altijd gebruik van de paden als die er zijn.
  • Stap niet over draden, heggen, touwen of linten.
  • Leg altijd uitgeslagen plaggen terug en trap ze goed aan (ook in de semi-rough en de rough).
  • Handicartgebruikers rijden alleen via de voorgeschreven rijroutes.
  • Loop alleen in uiterste noodzaak over “ground under repair” (blauwe paaltjes) en neem in dat geval de kortste weg.
  • Verniel nergens takken, struiken en/of jonge aanplant

6.3 Hindernissen

  • Loop of rijd niet met de trolley/handicart tussen hindernissen en greens en niet over de foregreens.
  • Stap een bunker in aan de lage zijde. Hark een bunker altijd netjes aan. Leg de hark aan de buitenzijde van de bunker, in de speelrichting.

6.4 Greens

  • Beschadig greens niet met bijvoorbeeld de golftas, schoenen, zitstok, putter of vlag. Herstel altijd pitchmarks (iedereen heeft een pitchfork bij zich).
  • Ontzie de randen en de directe omgeving van de hole.
  • Verlaat de green onmiddellijk nadat de hole is uitgespeeld.
  • Vul de scorekaart in op de afslagplaats van de volgende hole.
  • Wanneer er sprake is van wintergreens, is het spelen op de zomergreens niet toegestaan. Alleen baanpersoneel mag de wintergreens terugzetten naar zomergreens.

6.5 Route

  • Speel de holes in de volgorde van de te spelen baan.
  • Volg ‘van green naar volgende tee’ de route volgens de aanduiding op de borden.
  • Ook als het rustig is, mag niemand van de green van hole 12 naar de tee van hole 13 lopen via de fairway van hole 7.

7. Doorstroming en standing

7.1 Doorstroming

Een goede doorstroming in de baan is voor iedereen plezierig. Neem daarom de volgende regels in acht:

  • Begin een ronde op tijd.
  • Speel een ronde altijd in de juiste volgorde van holes.
  • Speel Ready Golf.
  • Kies voor een ronde bij voorkeur de (kleur) tee waarbij je relaxed speelt. Zie de NGF-tabel met de adviezen voor iedere WHS-handicap.
  • Speel altijd door, maar wacht met slaan totdat spelers vóór je buiten bereik zijn.
  • Zet een trolley bij de green altijd zo dicht mogelijk bij het bordje ‘next tee’.
  • Verlaat de green meteen als de hole is uitgespeeld.
  • Doorlaten, dat doe je als jouw flight een achterstand van één hole of meer heeft op de voorgaande flight. De beste wijze van doorlaten is dat beide flights samen afslaan. De flight die wordt doorgelaten speelt vervolgens door en de flight die doorlaat wacht bij hun bal.

7.2 Standing

  • Spelers met standing hebben voorrang. Dat zijn spelers die meedoen aan een wedstrijd én spelers die een vastgestelde ronde spelen (18 of 9 holes).
  • Standing is niet aan de orde op hole 10 als golfers met een starttijd op hole 10 te laat zijn door wat voor een oorzaak dan ook. In dat geval is ritsen verplicht. De flight die te laat is, komt dan na de flight die al klaarstaat.
  • Sla je een bal naar een andere hole, dan heb je daar géén standing. Spelers op hun eigen hole hebben altijd voorrang. Als er spelers zijn op de tee of fairway van de betreffende hole, wacht je tot de spelers op de naastliggende hole voorbij jouw bal zijn. Neem je trolley/buggy mee en ga snel naar je bal. Speel je bal zonder andere spelers op te houden.
8. Veiligheid

Zorg voor optimale veiligheid in de baan.

  • Ga niet te dicht bij een speler staan die gaat slaan. Ga nooit te ver naar voren en ga ook niet achter de speler in de lijn van de bal staan. Beweeg en praat niet.
  • Roep luid ‘fore!’ als je een bal hebt geslagen die mogelijk gevaar oplevert voor andere spelers in de baan. Bij twijfel áltijd roepen!
  • Volg altijd de instructies op die op de borden in de baan staan.
  • Greenkeepers in de baan en op de paden hebben altijd voorrang. Wacht met slaan van de bal op het signaal van de greenkeeper, als de greenkeeper binnen ‘balbereik’ is.
  • Wandelaars en fietsers op de paden hebben eveneens voorrang.
  • Gevarendriehoeken op de scorekaart geven aan dat je op die punten extra moet letten op: wandelaars; overstekende golfers; verkeer op de openbare weg.
9. Kinderen en honden
  • Baby’s, kleuters en kleine kinderen zijn niet toegestaan tijdens een golfronde. Ook niet als ze in kinder- of wandelwagentjes zitten. Jeugdleden en jeugdspelers zijn uiteraard wel toegestaan.
  • Honden mogen niet op de golfbaan, wel aangelijnd op de paden.
10. Toezicht

Zie je een golfer een overtreding maken, spreek hem of haar dan vriendelijk aan en leg uit wat de juiste wijze van handelen is.

11. Sancties

De volgende personen zijn gemachtigd om een sanctie op te leggen bij het constateren van een ernstige overtreding:

  • marshals;
  • clubmanager;
  • wedstrijdleiding en referees bij wedstrijden;
  • bestuursleden van de vereniging;
  • leden van de baancommissie en de hoofdgreenkeeper.

Wie de aanwijzingen van bovengenoemde personen niet opvolgt, of wie het baanreglement negeert, kan een straf krijgen. De sanctie is dan verwijdering van de golfbaan voor de rest van de dag.

Het bestuur kan besluiten tot het opleggen van een verdere sanctie.
Bij ernstige overtredingen volgt altijd verwijdering van de golfbaan.
Hieronder vallen:

  • Het spelen met een drivingrangebal op een hole.
  • Het niet-gerechtigd spelen (baan gesloten, geen WHS-handicap of zonder begeleider met WHS-handicap, geen greenfee betaald, enzovoort).
  • Het moedwillig aanrichten van vernielingen.
  • Gevaarlijk spel (zich bij herhaling risicovol gedragen, enzovoort).
  • Misdragingen en het negeren van de normen voor spelersgedrag volgens Regel 1.2.

 

08-07-2023

Print Friendly, PDF & Email